Kort geleden, waren we te gast bij een discussion dinner rond het thema ‘De derde leeftijd’. De vrouwelijke helft van het gezelschap was nog volop actief in het arbeidsproces, waarmee zij tot een minderheid bleek te behoren. Van hun generatie – 55 – 65 jaar – is 65% niet meer actief op de arbeidsmarkt, liet tafelgenote Janneke Mens zien. Zij publiceerde een artikel over het fenomeen derde leeftijd in het Tijdschrift voor Genderstudies, juli 2013.
De term is afkomstig van de socioloog Peter Laslett, die er in 1989 de periode tussen deelname aan het arbeidsproces en aftakeling door ouderdom mee aanduidde. In Nederland is er betrekkelijk weinig onderzoek naar gedaan. De derde leeftijd valt hier grotendeels samen met de babyboom-generatie, geboren tussen 1940 en 1960. M/v-verschillen blijken ook hier een grote rol te spelen. In de leeftijdsgroep 55-75 jaar is 75% van de mannen gehuwd tegenover slechts 60% van de vrouwen. Ook blijkt dat slechts 2% van de vrouwen een bruto jaarinkomen heeft van boven de 75.000 tegenover 10% van de mannen.
Tijdens mijn masteropleiding Marketing Strategy had ik het geluk college te krijgen van dr. Adriaan Rengelink. Neuroloog, psychiater en inmiddels ook boardroomconsultant. Hij hield een fascinerend betoog over de levensfasen van mannen en vrouwen. Heel kort samengevat: mannen richten zich tussen hun 25e en 35e vooral op het maken van carrière. Hoogopgeleide vrouwen starten eveneens een carrière, maar hun loopbaan krijgt rond hun 30e een dip wanneer er kinderen komen. Een tijd lang zijn ze gefocust op de combinatie werk-kinderen. Als de kinderen groter worden, zo rond hun 45e, krijgen zij een enorm gevoel van vrijheid. Eindelijk kunnen ze voluit voor die loopbaan gaan. De man daarentegen, denkt rond zijn 45e ‘Is this all there is?’. Hij voelt de behoefte om meer met zijn gezin te doen en op het werk een stapje terug te doen. Zij daarentegen gaat net als een speer. Als die man nu verstandig is, en zijn vrouw de ruimte geeft om er helemaal voor te gaan, blijft de relatie gelukkig. Als hij zijn vrouw dwingt bij hem op de bank te komen zitten, gaat het vaak mis. Alhoewel steeds meer ouders ervoor kiezen om samen voor kinderen en carrière te kiezen, is het 5 dagen/hij-3 dagen/zij -model toch nog steeds dominant. Dat betekent dat er marktkansen liggen voor ondernemers die services ontwikkelen om ouders door deze zogenaamde tweede levensfase te loodsen. HR-managers moeten inspelen op dit verschil in levensloop, maar dat gebeurt vaak niet.
Voor vitale vrouwen van 45 á 55 jaar ligt de derde leeftijd nog ver weg. Rond hun 55e zitten zij nog midden in een flow. Als je dan aanbotst tegen glazen en leeftijdsplafonds op de arbeidsmarkt, moet je dubbel knokken. Zoals altijd is het devies, dat je niet bij de pakken neer moet gaat zitten maar aan de slag moet gaan. Begin je voor jezelf of ga je je kennis delen door anderen te coachen of les te geven. Kijk waar behoefte aan is in de samenleving en ontwikkel daar een aanbod voor. De laatste tijd ontmoet ik veel inspirerende vrouwen die deze weg kiezen én daar ook succesvol in zijn. Na hun pensioen beginnen ze voor zichzelf om nog lange tijd actief te zijn. Ook ik ben in 2006 om die reden met CUMAR gestart.
Dat laatste is overigens niet genderspecifiek. Rengeling (studie geneeskunde van 1954 – 1961, dus toch echt wel in de derde leeftijd) is als docent en consultant nog aan verschillende organisaties verbonden. Mijn vader begon op zijn 62e een eigen bedrijf en was daarin tot ver in de 70 actief. Inmiddels 95 fietst hij nog dagelijks, pas vanaf zijn 91e op een elektrische fiets. Want een zorgelijk puntje uit de cijfers van Janneke Mens is dat bijna 50% van de 55-75-jarigen minder dan 1 uur per week sport. Daardoor lopen zij het risico veel sneller dan nodig in de vierde leeftijd te belanden, de leeftijd van de kwetsbare ouderen. Bewegen is ontzettend belangrijk om vitaal te blijven, ook vitaal van geest. Veel kansen dus voor een leeftijdsbewust HR-beleid.